Tijdens mijn basisschooltijd kwam een mevrouw vertellen over haar reis door Zuid-Amerika. Ik weet er weinig meer van, behalve dat ze over de condor vertelde die ze had gezien: een grote vogel met een spanwijdte van zo’n drie meter. In andere woorden: drie keer de meterlange liniaal die bij het bord lag; een voorwerp dat toen imposant overkwam. Ik was een jongetje met een grote interesse in dinosaurussen, en wist dat vogels van hen afstamden. De condor was misschien wel heel groot dacht ik, maar hij moest ook zijn prehistorische meerderen erkennen: pterodactylen – vliegende dinosaurussen die je bijvoorbeeld uit Jurassic Park zou kunnen kennen – hadden veel grotere vleugels. Met dat in het achterhoofd vond ik de condor toch wat minder indrukwekkend.
Jaren later werk ik voor een galerie, en tijdens de opening van een nieuwe expositie wordt mijn aandacht gelijk getrokken door een grote collage (122 x 85 cm) van Ronald Ruseler: Condor/Fin del Mundo. In het midden vliegt een condor, bijna abstract: een dikke, horizontale lijn die aan beide randen omhoog buigt, en daaronder dat – door het buigen van de nek – eenogige hoofdje. De vleugels zijn deel van een spel van horizontale lijnen, want ook de achtergrond lijkt teruggebracht tot een aantal (kronkelende) strepen. Het dier en zijn omgeving vormen een beeldrijm, en hoewel ik rationeel begrijp dat de vogel aanzienlijker lijkt omdat hij dichtbij is, wil ik graag geloven dat deze condor daadwerkelijk groter is dan de horizon.
Ik heb nooit een condor in het echt gezien, maar kan me door Ruseler voorstellen hoe ik naar boven kijk en eigenlijk alleen twee vleugels in de lucht zie. Als het over condors gaat hebben mensen het immers ook vaak gelijk over die grote spanwijdte; de andere fysieke kenmerken van het dier lijken secundair. Het scheelt niet veel of die vleugels tikken beide zijkanten van het kunstwerk aan.
Zo teruggebracht tot een kleiner formaat ziet de condor er nog altijd imposant uit. Het speelt natuurlijk mee dat de collage zelf allesbehalve klein is, want dat straalt ook op het dier af. Toch heeft het tafereel iets beheersbaars: door die opvallende letters aan de onderkant maakt het werk een posterachtige of – met een beetje fantasie – ansichtkaartachtige indruk. Ook die woorden zijn interessant. Ik spreek geen Spaans, wel een beetje Frans, maar het is niet moeilijk om de woorden ‘Fin del Mundo’ thuis te brengen: het einde van de wereld. Die tekst heeft zowel iets exotisch-aanlokkelijks, als iets behoorlijk desolaats. Hetzelfde geldt eigenlijk wel voor Ruselers condor, zowel prachtig als angstaanjagend, en waarin eigenlijk nog steeds de dinosaurus te zien is die hij ooit is geweest.