Goed nieuws: onze lente-tentoonstelling Grafisch wordt verlengd, tot en met zondag 16 juli. Op de laatste dag is er ook een bijzonder programma met kunstenaarsgesprekken. Daar maken we binnenkort meer over bekend, dus hou de website in de gaten.
Wat betekent ‘grafisch’ precies? Dat is geen gemakkelijke vraag, gezien er zoveel verschillende dingen onder vallen: van reclamefolders tot etsen. In de nieuwe tentoonstelling GRAFISCH zijn kunstenaars bijeengebracht die elk op hun eigen manier kunst maken die grafisch genoemd kan worden. Iedereen heeft een heel eigen stijl, achtergrond en materiaal- en techniekkeuze. Uiteraard zijn er tekeningen, maar er zijn ook schilderijen, collages, beelden en gemengde technieken. Een belangrijke overeenkomst: er spreekt een aandachtig oog uit voor de schikking van alle beeldelementen en de werking van lijnen en vormen. Misschien zijn al deze kunstwerken op hun manier wel tekeningen of etsen. Maar misschien komt u wel tot een heel eigen definitie van wat ‘grafisch’ is.
Deelnemende kunstenaars
Kees Bierman, Margreet Bouman, Eric de Bree, Jan Willem Henssen, Geertje van den Kamp, Ton van Kints, Jochem op ten Noort, Ronald Ruseler, Tonneke Sengers, Vincent Uilenbroek en Frans Verheij.
Kunstenaarsgesprek met Geertje van de Kamp
Kunt u niet bij de opening zijn, maar wilt u wel Grafisch zien? Zondag 21 mei is daar dan een perfecte gelegenheid voor, want dan is er een kunstenaarsgesprek met Geertje van de Kamp. Zij is een van de deelnemende kunstenaars aan de tentoonstelling en wordt geïnterviewd door Maarten Buser, dichter en kunstcriticus. Hij schreef het boek Geertje van de Kamp in Japan over haar bijzondere schilderijen, die ze op glasplaten maakt. Bovendien vertellen ze samen over hoe het boek tot stand is gekomen. Uiteraard is er ook voor u voldoende gelegenheid om Geertje vragen te stellen.
U bent van harte welkom op zondag 21 mei, vanaf 11:30. Let op: er is slechts beperkt plaats. Daarom verzoeken we u om zich even aan te melden, door een mailtje te sturen naar info@espaceenny.nl
Kees Bierman begon zijn kunstcarrière als graficus. Langzaam maakte hij een overstap naar het driedimensionale, en legde hij zich toe op collages en beelden. Daarnaast was hij jarenlang docent aan de Koninklijke Academie in Den Haag. Eugène Terwindt schreef over hem: ‘Bierman wil: niet-functioneel maar andere materialen op andere plekken en vooral in een afwijkende context.’
Vanaf de jaren 80 vormt het werk van Margreet Bouman één geheel. Daarin is zijzelf aanwezig: aanvankelijk als persoon, later bijna uitsluitend als portret. Zelfportretten maken draait voor haar niet om de gelijkenis. Omdat het onderwerp eenduidig is, kunnen de gebruikte media zo divers mogelijk zijn. De afgelopen jaren is de nadruk meer komen te liggen op werk op papier met waterverf.
Erik de Bree werkt in series zodat hij zijn fascinaties in de volle breedte kan onderzoeken en uitwerken. Hij maakt onder meer schilderijen, aangepaste en bewust beschadigde foto’s, en collages. Het gedeelde uitgangspunt van al die series: hoever kan De Bree gaan in zijn aanpassingen en beschadigingen, zonder dat het beeld zijn kracht verliest?
Jan Willem Henssen heeft een jarenlange achtergrond in architectuur, interieurontwerp en productontwikkeling. Sinds een aantal jaren maakt hij met behulp van de computer geometrisch-abstracte ontwerpen. Het uitgangspunt is de getallenreeks van Fibonacci en het daaraan gerelateerde getal Phi. Op basis hiervan worden onder meer de kantelingen en de kleuren bepaald, en daarmee de compositie.
Geertje van de Kamp laat zich inspireren door gevouwen papier: van muizentrappetjes tot origami. Haar schilderijen bestaan uit twee glasplaten, met een kleine tussenruimte; op elk van hen een vergelijkbare afbeelding. Door minieme verschuivingen of verschillen tussen de twee voorstellingen, ontstaat er een gevoel alsof het beeld omklapt. De indruk van het schilderij wordt daardoor anders vanuit elke hoek en bij elke lichtval.
Ton van Kints heeft een voorkeur voor materialen die weerstand bieden en ongeschikt zijn als neutrale drager voor kunstwerken. Hij verkiest vitrage boven schilderslinnen en maakt het liefst reliëfs van stukken hout die net niet goed op elkaar aansluiten. De kunstenaar heeft weliswaar zijn eigen wil, maar het materiaal heeft dat ook. Dat spanningsveld is altijd terug te zien.
Ronald Ruseler is een enthousiast reiziger. Zijn herinneringen aan die reizen construeert en transformeert hij in zijn kunstwerken. Elementen als kleur en symboliek functioneren als verwijzingen naar waar hij is geweest. Wat een abstract schilderij lijkt, is bij nader inzien vaak een gecomprimeerde weergave van een groot landschap, of een andere herinnering aan een van zijn reizen.
De kunst van Tonneke Sengers heeft een sterke band met architectuur; niet geheel verrassend voor iemand die monumentale vormgeving studeerde. Wat wél verrassend is, is dat haar minimalistisch ogende kunstwerken altijd wel een opvallende associatie oproepen met de buitenwereld. Dat komt ook omdat Sengers’ muurschilderingen en -sculpturen voor een bepaalde ruimte gemaakt zijn en daardoor nooit volledig abstract worden.
Vincent Uilenbroeks oeuvre gaat eigenlijk over het schilderproces en alle randzaken daaromheen. Wat je normaliter niet terugziet in een schilderij – sjablonen, tape, de restvormen op de ateliermuur – verheft hij tot het kunstwerk zelf. Het gaat het om het gebied buiten de kaders. Die houding resulteert in een hybride van schilder-, installatie- en graffitikunst; tussen abstractie en een zweem van herkenbaarheid.
Frans Verheij houdt van water, lucht en verf: hoe zij allemaal veranderen door licht en beweging. Hij slaat die beelden – die indrukken – op en koestert ze. Die beelden zijn op een gegeven moment zo duidelijk dat ze geschilderd móéten worden. Tijdens het schilderen ontstaan ook weer nieuwe beelden die soms direct, soms later, of zelfs veel later geschilderd worden.
Een belangrijke inspiratiebron voor Jochem op ten Noort zijn patronen, vanwege hun regelmaat, orde en balans. Hij gaat dan ook constant op zoek naar nieuwe patronen, of die nu eenvoudig of complex zijn, groot of klein, ‘echt’ abstract of al aanwezig in de natuur. Deze zoektocht in een uitgebreide serie schilderijen, op basis van onder meer ruiten en ovalen.